De Schotse TV journaliste Muriel Gray, was de eerste die op TV in Schotland bergen beklom en deze steevast Munros noemde. Zij vond bergklimmen bevredigender dan sex, en zei ze: ‘You don’t get upset when Ben Nevis does not call you back the next day’.

Nou dacht ik eerst dat de naam Munro ontleend was aan de vorm en omvang van de borsten van Marilyn Munroe maar dat bleek een schunnig misverstand.
Zij ontlenen hun naam aan Sir Hugh Munro (1856-1919) die ze allemaal met een hoogtemeter beklommen heeft en op zijn lijstje zette als ze hoger bleken dan 3000ft (914,4 meter).
Aan zijn lijst is in de tijd wat gesleuteld en momenteel staan er 284 Munros op de officiële lijst van de Scottish Mountaineering Club. De mensen die deze Munros beklimmen noemt men ‘Munro Baggers’.
Als je ze allemaal hebt gedaan, ben je een ‘Completer’.

Toen dit jaar op BBC4 het programma ‘Mountain Man’ werd uitgezonden besteedde de presentator Nicholas Crane onder meer aandacht aan de Glencoe vallei en de Munros in dat gebied. Na de uitzending was ik verkocht en besloot om naar Glencoe te gaan om daar mijn eerste Munro te ‘baggen’.

Op maandag 15 augustus vloog ik met de KLM naar Glasgow en reed vervolgens met mijn gehuurde Vauxhall naar de klimmers herberg Clachaig Inn in Glencoe.
De route leidt langs 'the Bonnie Banks Of Loch Lomond', niet dat je daar veel aandacht aan kan besteden want de weg is erg smal en je rijdt links terwijl je rechts de auto bestuurt.
Vrachtwagens en bussen scheren vanuit de tegenovergestelde richting met een bloedvaart rakelings langs je heen, terwijl je probeert zoveel mogelijk links te houden zonder de dreigende rotswand te raken. Gelukkig wordt de weg snel beter en kom ik na 2 uur rijden op de bestemming aan.

Munros, Midgies and Haggis of
Pass of Glencoe Clachaig Inn Glencoe Single track road leading to Clachaig Inn
Pass of Glencoe Clachaig Inn Glencoe Single track road leading to Clachaig Inn
Pap Of Glencoe (Sgorr na Ciche)

Voor mijn vertrek had ik de routes bestudeerd voor een 4-tal Munros in de directe omgeving van Glencoe, t.w. Sgorr nam Fiannaidh, Bideam nam Bian, Stob Coire Sgreamhag en Stob Dearg (Buachaille Etive Mor).

O ja, laat ik het even hebben over de uitspraak van bijvoorbeeld de eerste, Skoer nam Vianeh.
De Schotten hebben de verbazingwekkende gewoonte om letters in woorden te stoppen die daar helemaal niet horen te zijn. De naam Menzies bijvoorbeeld spreek je uit als Mengis. De plaats Kingussie is feitelijk Kinoesie. Dalziel en Pascoe? Diel en Pesko zal je bedoelen!

Maar goed, we hebben het over Munros. Op youtube had ik talloze filmpjes gevonden van dik en dun, oud en jong, mooi en lelijk dat gierend van de pret de Munros op en af paradeert, dus hoe moeilijk kon het wezen? Mijn indruk was dat iedereen met een beetje conditie dit zonder meer kon volbrengen. Zeker gezien mijn hardloop activiteiten en jarenlang sportschool bezoek,  mocht ik mijzelf een zekere basisconditie toerekenen.  Maar al gauw bleek dat mijn puike conditie, de puike conditie is van een 58-jarige uit de grote stad en nog wel in een land dat nagenoeg helemaal plat is.

In mijn kleine knusse kamer in de Clachaig heb ik toegang tot het internet. Met mijn Asus netboek bekijk ik de weersvoorspellingen voor Glencoe voor de komende 3 dagen. Morgen (dinsdag) regenachtig en vanaf woensdag wordt het droog. Ik ben er maar tot vrijdag en heb dus effektief 3 dagen om mijn strijdplan voor de Munros te trekken. Gezien de regen kies ik voor de dinsdag voor de dichtstbijzijnde Munro, de Sgorr nam Fiannaidh. Die ligt naast de Inn en is via de Clachaig Gulley te beklimmen maar die
route is gevaarlijk en werd mij ter plaatse ontraden. 
Het advies is, neem de route naar de Pap of Glencoe (geen Munro) waarvan je een doorsteek kan maken naar de Munro. Met de auto is het een klein stukje van de Inn naar de parkeerplaats bij de Bridge Of Glencoe en vandaar zo’n 500 meter terug lopen naar het hek dat leidt naar het pad naar de Pap.
De Garmin Geko van Sander Notting geeft 208 meter naar het eerste waypoint op de route. Het pad is erg stijl en als ik het eerste waypoint heb bereikt ben ik al bekaf. Dat belooft niet veel goeds. Jas uit, trui uit en met een T-shirt met blote mouwen begeef ik mij verder. Ik kom al sinds 1974 in Schotland en heb veel gehoord van de Highland Midge (Culicoides impunctatus) maar ik was er nog nooit een tegengekomen. Dat zou heel snel veranderen. Het beest is dol op toeristen en wordt vooral aangelokt door het koolzuurgas wat
Midgies op een hand
wij uitademen. Een toerist die hijgend en puffend de berg op sjokt en om de haverklap op adem moet komen is de klos. Zolang je loopt ga je te snel voor ze. Zodra je stopt wordt je ontdekt en zit je in no-time vol met die dingen.
Je kunt ze amper zien maar het steekt als de neten. De route naar de Pap is kort en daardoor zeer stijl. Door de Midgies moet ik mijn rustpauzes korter houden dan ik wil. Als ik plotseling met een rotvaart wordt ingehaald door een niet hijgende of zwetende Engelsman uit de Lake District geef ik het op. Geheel genezen van mijn ambitie van die dag beken ik mijn nederlaag en zoek mijn troost in de Clachaig Bar met een tradionele Schotse Haggis Neeps and Tatties plus een pintje Ierse Guiness. Het is tenslotte ook vakantie.




Haggis is een schapenmaag of runderdarm, gevuld met stukjes hart, lever, long, havermout en diverse specerijen.

Schotten vinden het amusant onwetende toeristen wijs te maken dat haggis een klein, wild dier is waarop gejaagd moet worden

Tatties is een afko voor potatoes en neeps is dus turnip of in dit geval een wat gelig uitgevallen knolraap. Gewoon denken dat je hutspot met gehakt eet en het is heerlijk.
The Three Sisters Of Glencoe

De volgende ochtend neem ik het Clachaig Big Breakfast, bestaande uit bacon, free range egg, mushrooms, sausage, baked beans, tomato, tattie scone and toast, “The works that set you up for the day”. Verder bestel ik een lunchpakketje want vandaag ga ik voor twee Munros, de Bidean Nam Bian en Stob Coire Sgreamhag, gelegen aan de Lost Valley of Glencoe. De Lost Valley is het oostelijk dal tussen de Three Sisters Of Glencoe, 3 parallel lopend heuvels met de fraaie namen Aonach Dubh, Gearr Aonach  en Beinn Fhada.
Van de Lost Valley wordt gezegd dat Clan Donald daar
het  buitgemaakte vee verstopte, omdat de vallei vanaf de weg niet te zien is.
Dit verhaal wordt zelfs in het Glencoe Visitor Centre bevestigd maar als je een keer zelf de weg naar de vallei bent gegaan, zul je je afvragen hoe de macDonalds dat kunstje geflikt zouden moeten hebben.

Om 9 uur arriveer ik op de grote parkeerplaats bij de zusjes van Glencoe en ik kan beginnen aan de lange voettocht naar de Munros.
De Three Sisters waren letterlijk helemaal in de wolken, waarschijnlijk omdat ik er eindelijk was.  In de rugzak een flesje water (0,5 liter),een trui ,een regenjas, het lunchpakket van Clachaig en een chocolade koekje.
Als navigatie gebruik ik de Garmin Geko hoewel die gauw uit kon want het pad naar de vallei en verder is over duidelijk. Achteraf, als ik dit schrijf, vraag ik mij af hoe ik kon denken dat een halve liter water genoeg zou zijn voor een klimtocht in de bergen van ongeveer 7 a 8 uur?
Sander Notting, een collega met plenty outdoor experience, had mij een zogenoemde bladder aangeraden. Dit is een waterzak met lange zuigslang die in de rugzak past. Het slangetje gaat door een gaatje boven in de rugzak waar nota bene bij mij H2O op staat. Dit advies had ik naast me neergelegd, het kwam gewoon niet bij mij op wat een juiste vochtbalans betekent voor het prestatievermogen bij dit soort activiteiten. Kortom, de basis voor een mislukking was hiermee gelegd.

Het pad naar de vallei is gelukkig niet zo ontzettend stijl als de klim naar de Pap of Glencoe van de dag daarvoor. Het gaat veel geleidelijker maar toch is de inspanning groot en al gauw loopt het zweet tappelings over mijn hoofd. Ik zweet als een otter zogezegd. Al gauw wil ik drinken maar besluit zuinig te zijn, want ik moet er de hele dag mee doen.

Ineens houdt het pad op. Ik zie geen weg verder meer hoewel de Geko mij vrolijk een bergstroom in wil sturen. Gelukkig kom ik een echtpaar tegen dat de stroom wilde omzeilen maar in 'scree' terecht was gekomen en dat loopt heel eng.
Zij vertelden me dat het pad aan de overkant van de stroom verder gaat, iets wat de Lispeltuut Geko (ik wijs nooit mis) al had beaamd. De Britse wandelde doodleuk door het water naar de overkant, de husband volgde en ik was weer alleen.
Dat vond ik geen oplossing, met natte sokken wandelen dat geeft weke voeten en dus blaren. Intussen, door het lange dralen bij de stroom, hadden de Midgies mij gevonden en werd ik flink gestoken. Na een tijdje piekeren, kwamen er twee jongens aan die een stukje hoger stroomopwaarts over grote stenen naar de overkant huppelden met een gemak waar een klimgeit jaloers op zou zijn.  Ik keek naar die stenen, ik zag er geen optie in maar goed voorbeeld doet volgen en ik haalde de overkant met maar een keer uitschieten met de linkerpoot in het water. Gelukkig bleken mijn schoenen perfect waterdicht dus triomf alom. Vandaar was het nog maar een klein stukje naar de Lost Valley.

Route naar de vallei
mapthreesisters
Pad naar de vallei Trap bij moeilijke afdaling Brug van de Royal Engineers
Pad naar de vallei Trap bij moeilijke afdaling Brug van de Royal Engineers
Waterval Oversteek naar vallei The Lost Valley of Glencoe
Waterval Oversteek naar vallei The Lost Valley of Glencoe
Met het bereiken van de Lost Valley kon ik eindelijk mijn eerste succes boeken van mijn Munro expeditie.
Gelukkig dat ik andere mensen had getroffen waardoor  ik mijn reis voorbij de waterstroom kon voortzetten anders had ik zelfs deze vallei niet bereikt, wat ik als een zeer grote teleurstelling zou hebben ervaren.
Dit gaf de burger weer moed, ik nam twee slokken water, at het chocolade koekje, en durfde weer aan de Munros te gaan denken. Het bergpad naar de Munros ligt aan het verre einde van de vallei. In de verte was het Britse echtpaar al aan de klim begonnen, de twee jongens waren zelfs al halverwege, die gingen echt spetterhard de berg op. Ik zou ze ook niet meer terugzien. Als ik afdaal in de vallei voel ik een suiker-rush door mijn aderen vloeien. Gretig neemt mijn lichaam deze snelle energie van het chocolade koekje op.  Honger heb ik echter niet, het Clachaig Big Breakfast really sets you up for the day.
In de Lost Valley
Begin van het pad naar de Munros
Begin van het pad naar de Munros
Als ik de vallei doorsteek zie ik al snel de weg die omhoog naar de Munro voert (foto rechts). Het Britse echtpaar met de natte voeten bevindt zich al op het pad (zie cirkel). Het pad is goed te volgen, gaat geleidelijk omhoog en loopt helemaal naar de ridge tussen de twee Munros aan het einde van de horizon.
Ondanks dat het niet heel erg stijl is, is de voortgang traag. Het is net een uitgerekte trap met schuinliggende, in hoogte varierende treden. Naar mate ik verder kom, wordt de afgrond links dieper. Door de inspanning begin ik weer intens te zweten en langzamerhand  begint het vochtverlies zich te doen gelden, alhoewel ik me dat op dat moment nog totaal niet realiseerde. Ik maakte onderweg een videoverslag maar had soms niet in de gaten dat ik op het verkeerde knopje van de camera drukte waardoor ik voor Jan met de korte achternaam tegen het toestel aan het praten was. Inmiddels passeerde ik het Britse stel, dat het nog rustiger aan deed dan ikzelf.

Na een tijdje bereikte ik een brede maar ondiepe waterstroom. Oversteken geen probleem, maar het pad splitste zich op. Links over de stroom naar het pijltje in de lucht en rechts, waarschijnlijks rechtstreeks naar de Bideam Nam Bian, de rechtse van de twee Munros. Na het raadplegen van de Geko kies ik voor rechts en na nu echt stijl omhoog. Als ik naar beneden kijk zie ik bij de waterstroom de Brit zijn veldkaart bestuderen.
Waarschijnlijk heeft mijn aanwezigheid op het rechtse pad hem doen twijfelen.  Na ampele overweging kiest hij met de Missis de oversteek en neemt het linkse pad, dat er vanaf mijn hoogte nu plots veel mooier en breder uitziet.
Ik geef toe aan mijn kudde instinct en daal weer af en steek ook de stroom over naar het goede pad.
Achter mij zie ik nog een groepje wandelaars de klim omhoog maken. Als ik terug kijk wordt het duidelijk hoever ik inmiddels gevorderd ben. (foto links).
Halverwege de Munro, terugkijkend op de Lost Valley
Halverwege de Munro, terugkijkend op de Lost Valley
De aanblik van de afgrond doet me duizelen. Ik krijg een beetje hoogtevrees maar besluit er maar geen aandacht aan te besteden en vervolg mijn weg omhoog, achter het vooroplopende Britse stel aan. Het is overigens toch wel lekker omdaar niet alleen te lopen. Het kuddegevoel geeft een gevoel van veiligheid en dat is lopend naast een afgrond een welkom sentiment.
Inmiddels ben ik ruim 3 uur onderweg en begin wat onvast op de benen te worden. De vermoeidheid en more importantly het vochtsverlies doet zich gelden. Mijn spijkerbroek, die aan het begin van de walk strak om de heupen zat, begint steevast af te zakken. Ik ben helemaal uitgeperst, zo voelt dat. Uiteindelijk strand ik bij een klauter en klim stukje waar handen en voeten nodig zijn. Ik probeer omhoog te klimmen maar het lukt me niet. Het wordt me duidelijk dat ik 'running on empty' ben. Verder gaan is onverantwoord.
Als ik maar net op de terugweg ben, kom ik de groep wandelaars tegen die ik al eerder had gesignaleerd.
Het is een groepje van 5 senioren, mijn leeftijd en wellicht hoger. Ze wandelen met Nordic Poles, wat ze meer stabiliteit geeft en bovendien de mogelijkheid geeft om niet alleen op beenkracht maar ook de kracht van het bovenlichaam in te zetten bij de klim en afdaling. De voorste nam aan dat ik op de terugweg was vanaf de Munro. No sir, I am absolutely nackered and gave up. Meewarige blikken zijn mijn deel terwijl ik terugloop naar de bodem van de Lost Valley.
Terug in de Lost Valley of Glencoe
Terug in de Lost Valley of Glencoe
Vanuit de verte, komende vanaf de flank van de Munro, zag ik in de verte in de vallei steeds iets door de lucht omhoog en omlaag gaan. Het bleek een rugby bal te zijn van een groepje teenagers, jongens en meisjes uit Glencoe die de vallei als speelveld gebruikte. Ja waarom niet, alle ruimte en een blind paard kan er geen schade aanrichten. Het was het besef dat voor mij, uberhaupt het kunnen bereiken van die vallei een survival situatie was. De locale jeugd gaat er even naar toe om leuk te ballen.
Wellicht nodeloos om te zeggen dat ik bij de afdaling zelfs door de meisjes gepasseerd werd
terwijl ze ook nog eens als hindes over de bergstroom bleken te huppelen. Dezelfde stroom waar ik bijna niet overeen gekomen was een paar uur daarvoor. 

Midgies op een hand
Humpty Dumpty had a great fall
Humpty Dumpty had a great fall
De laatste 'dignity stripper' komt bij een allerlaatste afdaling
zo'n meter of 10 omlaag op een stuk rots met glijbaan allures. Langs de afdaling hangt een touw dat je een vals gevoel van veiligheid geeft bij de afdaling.
Onderaan staan twee dames. "Ladies first", roep ik naar beneden maar als de dames geen aanstalten maken dan daal ik af langs het touw. Als ik de dames wat beter bekijk wordt mijn mannelijke nieuwsgierigheid flink gestraft met een uitglijder van jewelste. Mijn linkervoet, waar ik mijn hele gewicht op toevertrouwde, schiet plots in de lucht en ik val met een klap op mijn rug. Ik hoorde een luid gekraak en een van de dames slaakte een aanstellerig gilletje.
Mijn rugzak met kleding en waterfles en bovendien ook nog de Tomtom hadden de klap opgevangen. Het gekraak bleek van de plastic waterfles afkomstig, de oude botten bleken gelukkig nog helemaal heel.
"You are bleeding sir", zegt een van de dames. Inderdaad blijkt mijn elleboog ook dapper meegedaan te hebben met de crash-landing. Het bloed loopt over mijn arm. Het ziet er erger uit dan het is. Het was maar een klein gaatje.
Gelukkig heb ik na ruim 5 uur wandelen in de bergen nog plenty water over van mijn halve liter dus ik heb het goed kunnen  uitspoelen. Om half drie ben ik weer terug bij de wagen en ben dus totaal 5 en een half uur onderweg geweest.
Op de terugweg blijkt de TomTom nog even confuus van de valpartij. Het lukt hem maar niet om het autosymbool op de A82 te positioneren. TomTom plaatst mij nog in het bergmassief ernaast. Gelukkig bleek het maar van tijdelijke aard. Ik moest immers vrijdag nog teruggeleid te worden naar de luchthaven van Glasgow.

De steken van de Midgies bleken van minder voorbijgaande aard. Mijn armen zijn overdekt met talloze rode plekken die jeuken tot en met en als je er aan krabbelt wordt het nog erger. Het is om gek van te worden. Zelfs twee weken later waren de sporen van de Midgie steken nog duidelijk zichtbaar en voelbaar.

De donderdag die mij resteert benut ik niet meer voor de 4e Munro, de Stob Dearg. Ik laat deze voor een andere keer.

In plaats daarvan bezoek ik het Glencoe Visitor Centre en doe het die dag verder kalmpjes aan.

Op de vrijdag ochtend als ik uitcheck bij de balie van de Clachaig Inn vraagt het meisje, "did you enjoy your stay sir?".
Ik vertel haar dat ik al 36 jaar in Schotland kom, veel gehoord heb van de Highland Midge maar er nog nooit een was tegengekomen totdat ik in de bergen van Glencoe totaal gebloedofferd was. Ik toon haar mijn zwaar gehavende armen, royaal bedekt met Midgie bites. "You know", zegt ze met een tongue-in-cheek ondeugend stemmetje:
"It's the females that bite you..". Ik keek haar even kort aan en zei: "You are telling me, I was married, twice!".


Lessons learned:
1. Veel water menemen en regelmatig drinken. Neem bijvoorbeeld een Camelbak Mule met 3 liter water reservoir
2. Geen katoen maar Nike Drifit met lange mouwen met een lichte kleur tegen de Midgies
3. Onbedekte huid insmeren met DEET of Avons Skin so Soft.
4. Walking poles of wel Nordic wandelstokken voor extra stabiliteit.
5. Ga niet alleen maar in gezelschap.

Links:
http://www.walkhighlands.co.uk/
http://www.clachaig.com/



Ben Kalkhoven 23-08-2011
PS:
Toegegeven, het was een totale mislukking maar de gemaakte video's wil ik U toch niet onthouden:
Pap of Glencoe
The Lost valley of Glencoe
For next year's (2012) succesfull climb, click here....
Click here for  'The Movies'
The Movies (HTML5 Video 480p)