Hoofdstuk 2. De Comptoise

In de Haagse Regentessekwartier,  in de werkplaats achter de winkel van zijn Antiek- en Kunsthandel aan de Kepplerstraat, zat Antiquair Pieter Gobius stil te kijken naar een antieke Franse comptoise klok.
Deze klok was zojuist ter reparatie aangeboden door Joan Jansson van kapsalon
“JJ Hairstyle” in de Weimarstraat, hier vlak achter de Kepplerstraat. 
Piet kende haar goed, Joan was verzot op Iconen en hij had haar pas nog een Russische icoon verkocht, een fraai ding uit de 18e eeuw genaamd “Christus het grimmige oog”. Een ongebruikelijke afbeelding van Christus die op een grimmige manier neerwaarts kijkt op de aanschouwer die onmiddellijk in de zelfreflectie zal schieten om te verifiëren of men zijn religieuze integriteit nog intact is.
Ze had er dik voor betaald ook, de kassa was die dag gevuld met 2000 naar gort ruikende Euro’s. Geld stinkt niet luid het spreekwoord maar geld uit een kapsalon lijkt altijd doortrokken te zijn met een eigenaardige melange van permanent vloeistof en gebakken haar.


Piet was hier bijna 40 jaar geleden neergestreken,  tezamen met zijn Oostenrijkse bruid Veronica Seelos, die hij had leren kennen tijdens een skivakantie in Seefeld Tirol, net over de Oostenrijkse grens bij het Duitse Garmisch Partenkirschen.
Het huwelijk van Piet en zijn ‘Vroni’,  zoals hij haar altijd bij haar Oostenrijkse koosnaam noemde, was al die jaren kinderloos gebleven. Piet had zich hierdoor volledig gestort op de antiek handel en in het bijzonder het repareren van oude en antieke zaken.
Vroni was in het onderwijs gegaan en had een volledige betrekking als lerares in de Duitse Taal en letterkunde. Zij gaf les aan de bovenbouw van het prestigieuze Gymnasium Haganum aan de Laan van Meerdervoort, de langste en meest bekende laan van Den Haag. Vroni had een subliem gevoel voor talen en sprak naast haast accentloos Nederlands, ook nog vlot Spaans en Italiaans.
Net als haar man Piet was zijn erg gesteld op antiek en oude snuisterijen.  Piet en Vroni konden zich totaal verliezen op een antiekmarkt zoals je die bijvoorbeeld treft op de Londense Portobello Road, die iedere zaterdag gehouden wordt en waar je nog echte Victoriaanse juwelen kunt kopen voor een prikje. Piet had een voorliefde voor Victoriaans goud, met name voor ringen en colliers. Deze zaken waren klein en handzaam en konden moeiteloos door de Harwich douane geloodst worden en leverden in Nederland snel geld op.
Maar dat was uitsluitend bedoeld om de kachel brandende te houden.
Het antiek hart van Piet ging pas echt kloppen bij zaken zoals deze Franse Comptoise uit 1840, een zogenoemde zonneklok met vouwslinger.

Piet legde zijn handen op het koude koper van de klok en zonk weg in gedachten.
Deze klok is meer dan 160 jaar oud, besefte Piet, heeft in die jaren deel uitgemaakt van het interieur en het leven van mensen waarvan we het bestaan niet hebben gekend en die zijn opgegaan in de mist der eeuwen. Maar deze klok is ze niet vergeten, weet Piet. Door het jarenlang werken met antiek is hij gevoelig geworden voor de historie en de lijn van de tijd waarlangs antiek heeft gereisd om op een gegeven moment tijdelijk bij hem in zijn zaak te verblijven. Daarna zal het opnieuw gekocht worden en het bezit worden van een nieuwe eigenaar. Ook deze nieuwe eigenaar zal uiteindelijk het bezit weer moeten prijsgegeven waardoor het stuk antiek weer in andere handen over gaat. Enzovoort, enzovoort, totdat het vernietigd wordt in een brand, natuurramp of oorlog of gewoon als waardeloos prul wordt weggetiefd door een onverlaat die geen oog heeft voor het oude. Wie weet hoeveel kostbare schilderijen er bijvoorbeeld zo al aan een roemloos einde zijn gekomen bij de gemeente reiniging?

Piet schudde deze gedachte van zich af en fixeert zich verder op de koperen plaat van de Comptoise. Alles wat leeft dat trilt en resoneert. De koperen plaat heeft de resonanties van een bestaan van 160 jaar opgeslagen in zijn materie.  Met nog steeds zijn ogen gesloten streelt hij het koper met zijn vingertoppen. Voor zijn geestesoog begon hij een koperen draad te visualiseren. Aan het begin van de draad zag hij zichzelf. De koperen draad strekte zich uit in de verte tot ver over de voor hem zichtbare horizon van de virtuele wereld waarvan hij zich een voorstelling aan het maken was.
Aan het einde van de draad zou hij 160 jaar gereisd hebben en de maker van de klok ontmoeten hoewel Piet zelden zover kwam omdat oude resonanties erg diffuus waren en moeilijk te ontwarren zijn in de bonte kakofonie van resonanties die hij vaak tegen kwam. Vorig jaar had hij nog een Amsterdams staand horloge uit 1750 onder handen gehad van de Gemeente Den Haag. Een joekel van een ding van bijna drie meter hoog.  Deze antieke reus had jarenlang in de trouwzaal aan de Javastraat gestaan en was getuige geweest van duizenden huwelijks plechtigheden. Totdat de Haagse penoze hem ’s nachts tijdens een inbraakpoging beschadigde.  De Gemeente Den Haag, ook niet geheel achterlijk, wist wat voor een volk er vaak over de vloer van de trouwzaal kwam en had de klok met keilbouten aan de muur laten verankeren. En goed ook, de pneumatisch kango’s kregen hem er niet af. Uit pure frustratie hadden de inbrekers twee ornamenten van het horloge afgebroken waarna Pieter Gobius in beeld kwam voor de restauratie.

Piet had zijn handen opgelegd op het enorme gevaarte, met de intentie om een reis naar 1750 te maken maar hij bleef steken op 14 mei 1940.
Shit, het bombardement van Rotterdam, dacht Piet.
Deze klok heeft de resonanties geabsorbeerd van 158 bommen van 250 kg en 1150 van 50 kg, de hoeveelheid bommen die Rotterdam die dag te verstouwen kreeg.

Tussen deze heftige resonanties had hij de doodsangst en paniek aangetroffen van een klein meisje. Het meisje had bij de klok bescherming gezocht waardoor haar emoties nu nog door Piet goed voelbaar waren. De empatische Piet voelde zich plotseling bang, alleen en verlaten. De emotie werd overweldigend en hij hoorde zichzelf luidkeels om zijn moeder roepen. Mamaaaaaaa!!!
Daarna voelde hij een drukkend gevoel op zijn borst, een korte felle pijn en de resonantie stopte abrupt. Vroni was gealarmeerd door het geschreeuw van haar man en kwam verschrikt binnen rennen en had gevraagd, Piet, wat is er? Wat heb je?
Ze trof haar man aan, snikkend op zijn knieën voor de antieke klok.
“Een klein meisje”, fluisterde hij, “ze was alleen tijdens het bombardement van Rotterdam en heeft het niet overleefd.”
Vroni en Piet hadden samen gebeden voor de zielsrust van het kleine slachtoffertje.
Haar naam kon Piet niet vinden omdat die na het bombardement niet meer genoemd was in het bijzijn van de klok.
De klok was een overlever van dit bombardement tijdens de tweede wereldoorlog waarmee zijn hele rijke resonantie historie in een klap voorgoed verloren was gegaan. De oude, vroegere resonanties waren te zwak en werden totaal overschreeuwd door het effect van het bombardement. Piet had nog geen methode gevonden om resonanties te resorberen en te neutraliseren. De klok was een total loss voor Piet. Hij had hem snel gerepareerd en weer op laten halen door de bodes van het gemeentehuis. In de maanden daarna kon hij het niet meer opbrengen om de resonanties te lezen van ander antiek, de schrik zat hem nog in de benen.

Maar ook bij Piet kroop het bloed waar het niet gaan kon en toen hij de Comptoise van Joan in handen kreeg, voelde hij zich plots vrolijk worden en kon hij een schaterlach niet onderdrukken. De verbaasde Joan had gevraagd wat er aan de hand was. Niks, zei Piet, gewoon een binnenpretje. Joan had Piet altijd een beetje excentriek gevonden maar voegde er die dag het predikaat ‘prettig gestoord’ aan toe.

Langs de koperen draad in de virtuele wereld van de Comptoise werd Piet het kapstertje Joan gewaar, de huidige eigenaar van de klok waarmee Piet nu contact had. Hoe komt die iconen troela nou aan zo’n klok vroeg hij zich af. Hij vervolgde zijn weg langs de levenslijn van de klok. In de verte werd hij een oude man en een oude vrouw gewaar. Hand in hand kwamen ze Piet tegemoet en keken hem vriendelijk aan. Ze kwamen Piet niet bekend voor maar hij voelde de zoete resonanties van liefde en genegenheid door zijn vingers vloeien. Zachte muziek werd voor hem hoorbaar, hij hoorde het zwoele geluid van een saxofoon tezamen met een viool.
Waren deze mensen muzikanten? Voor Piet was het harmonie ten top gedreven.
Deze mensen hadden een lang en gelukkig leven samen gehad en de Comptoise was er lang getuige van geweest want de resonantie was helder en sterk.

Plots werd Piet geroepen door Vroni en was hij het beeld van het oude echtpaar op slag kwijt. “Ben je klaar Piet, we moeten naar de verjaardag van Joan, ga je mee?” Met een zucht dekte hij de Comptoise af met een lakentje en sloot het atelier af. “Okay schat, ik kom er aan!”. Samen liepen ze gearmd de korte wandeling naar de kapperszaak, de gedachten aan het oude echtpaar nog vers in Piet zijn geheugen.

---------------
[Top]
[Hoofdstuk 3...]